Een klasse apart

Samen scholende Siembiose bij Almere City FC

(FOTO MAARTEN OMVLEE)

Almere City FC en Siem Nijssen scholen elkaar bij het in kaart brengen van de optimale opleiding voor jeugdvoetballers. De oud doelman van het Posterholtse Oranje Blauw’15 zet met de mathematische precisie van Escher een topografisch trainingslandschap uit voor de Academy van Almere City FC. Als ZIP-coach met zelfontworpen Prepprogamma’s. Holistisch denken is even voornaam als meten is weten. De Almeerse opleidingsroute gaat verder dan pendelen tussen techniek- en tactiektrainingen. Inspelen op hoe iemand van nature leert en zelfregulatie is belangrijke bagage bij het prikkelen en prepareren van talenten op weg naar de senioren. De jeugd wordt uitgerust met een gereedschapskist. Zo tracht Siem Nijssen enerzijds aanstormende Zwarte Schapen beter te maken. Anderzijds ontwikkelt de Swalmenaar zich dankzij De Zwarte Schapen als trainer. Doordat hij rondom het Yanmar Stadion de door hem opgedoken theorieën mag toetsen in de praktijk.

“Het gaat erom dat we alle aspecten
beoordelen die doorwerken
in de ontwikkeling en het presteren.”

Nieuwsgierigheidsdrang
De eerstegraads ALO’er maakt in zijn trainersloopbaan grotere sprongen dan in het verleden als amateurkeeper. In 2015 start Siem Keep It Cool, zijn opleiding voor keepers waar hij nu geen tijd meer voor heeft. Vanaf 2018-2019 traint de Limburger jeugdkeepers en het Onder 9-team van z’n favoriete Fortuna Sittard. Door zelfstudie, vanuit een onstuitbare nieuwsgierigheidsdrang, is de gymleraar z’n eigen trampoline. Opvallend doordachte didactiek helpt jeugdige keepers aan een autonome succesbeleving. PSV haalt hem daarom halverwege 2019 voor de jongste keepers, van tien tot twaalf, naar De Herdgang. Waar Almere City FC de trainer die bij Keep It Cool Roda JC-keeper Loek Hamers begeleidt als beginnend keeperstrainer vorig jaar alweer wegplukt: “Jurgen Seegers is bij Almere City Hoofd Jeugdopleiding. Dat was hij in 2018 bij Fortuna. Dus was één en één snel twee. Vooral omdat ik bij Almere City FC met oudere keepers kan werken (14 tot en met 18 jaar MO) en coördinator kon worden van alle spelers in Onder 14 tot en met Onder 16.”

“Op basis van de biologische leeftijd
worden elke week trainingsgroepen ingedeeld.”

Holistisch
Siems laptop klapt open. Binnen luttele seconden schieten er grotendeels zelf ontworpen schermen met schema’s voorbij: Functional Movement Screen (FMS), spelersdashboard, GK pijlers, chaostheorie, zelfregulatieschema, Session Rating of Perceived Exertion (sRPE), Peak Height Velocity (PHV), Body Mass Index (BMI), Kolb’s leerstijlen. Een leek waant zich in de cockpit van een Boeing 747. De perfectionistische piloot houdt het instrumentenpaneel met de stuurknuppel in de holistische stand hanteerbaar. “Het gaat erom dat we alle aspecten beoordelen die doorwerken in de ontwikkeling en het presteren. Consequent facetten toetsen en meten, zoals wekelijks stalengte, liglengte en gewicht meten om de biologische leeftijd te berekenen, staat in het teken van het geheel: een op het lijf geschreven aanpak aanbieden die kinderen als persoon benadert, niet alleen als voetballer. Dat is het holistische doorontwikkelen van talenten. Fysiek, mentaal, karakter, mindset, livestyle en leefomstandigheden zijn knoppen waar je aan kan draaien om ervoor te zorgen dat jonge voetballers beter in hun vel zitten, zodoende intrinsiek gemotiveerd raken, waardoor resultaten verbeteren. Als het nodig is laat ik spelers foto’s van hun ontbijt opsturen of zoom ik in op hun thuissituatie.”

(FOTO MAARTEN OMVLEE)

“Waarom leer je op school?
Omdat je iedere dag aanwezig bent.”

Spelersdashboard
Voor trainers van de Almere City FC Academy is het door Siem gecreëerde spelersdashboard veelzeggend. In een oogopslag zie je de stand van zaken op het gebied van: leeftijdscategorie, positie op het veld, geboortemaandeffect, biologische leeftijd, BMI, groei (PHV), trainingsbeleving (sRPE), zelfregulatie (ZsRPE). “Dit dashboard heeft vier indicatoren: gewicht in verhouding tot lengte (BMI), trainingsbeleving (ZsRPE), trainingsbelasting (sRPE), maandelijkse groei in cm’s. Staat één indicator op rood, dan gaat de speler in kwestie 25% minder trainen. Bij twee 50%. Om blessures door overbelasting te voorkomen. FIFA-onderzoek wijst uit dat je bij 0,6 cm groei per maand 61,3% meer kans hebt op blessures. Daar houden we rekening mee. De biologische leeftijd is tegelijk een graadmeter. Qua fysieke ontwikkeling kan een speler twee jaar voor of achter lopen op leeftijdgenoten. Op basis van de biologische leeftijd worden elke week trainingsgroepen ingedeeld. Kleinere jongens kunnen zo evenveel succesbeleving opdoen. Er ontstaan partijspelen met gelijkwaardige weerstand. Ook moeten spelers trainingen beoordelen. Indien waarderingen, zogenaamde ZrSPE-scores, ineens positief of negatief flink afwijken, is er wat aan de hand. Dan gaan we op zoek naar de oorzaak. Komt het door school?, stress?, thuis? Tijdelijk minder of niet trainen is dan een bewezen, succesvolle koers om kwetsuren voor te zijn.” Minder trainen is geen taboe: “Waarom leer je op school? Omdat je iedere dag aanwezig bent. Daarom is het belangrijk dat onze spelers dagelijks op de club zijn. Ook al trainen ze soms minder intensief of even niet. Zo maken ze onze weekthema’s helemaal mee. Blijven ze actief onderdeel uitmaken van het opleidingsproces. Wordt het korte termijn geheugen net zolang wakker geschud, totdat het geleerde zich verankert in het lange termijn geheugen. Daarnaast wordt met verzamelde data precies bepaald wanneer een kind begint aan z’n groeispurt en hoe lang die duurt. Na een groeispurt kan de belasting tijdens trainingen omhoog. Er wordt dan meer testosteron aangemaakt, waardoor het mogelijk wordt ook aan de slag te gaan met kracht- en explosiviteitstraining.”

ALS BETROKKEN COACH VAN FORTUNA SITTARD ONDER 9 IN 2018-2019 (FOTO SIEM NIJSSEN)

“Het begint met reflecteren:
Kritisch naar jezelf kijken.”

Discussies uitlokken
Door niet enkel te kijken naar resultaten op het veld, komen de vier leerstijlen van David Kolb, zonder dat de jeugd het theoretisch merkt, om de hoek kijken. Volgens de Amerikaanse psycholoog zijn er doeners, beschouwers, denkers en beslissers. Het schema van Siem hanteert dromers in ruil voor beschouwers. De vier leerstijlen die bij de karakters passen zijn: actief leren, abstract leren, concreet leren, reflectief leren. “Het is belangrijk om te weten voor mijn coaching of ik snelle beslissers, lange nadenkers, wegdromers of kinderen die direct alles doen zonder na te denken ga uitdagen om iets nieuws te proberen. Iemand kan meer leerstijlen combineren, maar heeft altijd een voorkeur. Daar spits ik mijn aanpak op toe. Door de mindset te prikkelen, al vragend discussies uit te lokken om zelfreflectie en oplossingsgericht denken te stimuleren, doorloopt de jeugd ongemerkt de vier leerstijlen. Zo ontdekken ze proefondervindelijk wat voor hen het beste werkt, omdat ze actief meedoen in het leerproces, in plaats van gedwee opdrachten uit te voeren. “Als spelers meteen doen wat je zegt, vinden coaches dat vaak fijn. Ik nodig ze uit om met mij in discussie te gaan, maar dwing ze gelijktijdig om met argumenten te komen. Ook draag ik waar nodig oplossingen aan die ze minstens drie keer moeten proberen. Daarna kunnen ze zeggen waarom iets voor hen wel of niet werkt. Het gaat erom dat de jeugd ontdekt wat voor hen de beste weg naar succes is.” Het lijkt nu alsof er in Almere’s jeugdopleiding alleen maar individueel gecoacht wordt. Dat is natuurlijk niet zo. De gepersonaliseerde, holistische touch is in een web aan groeps- en individuele trainingen wel de rode draad.

Zelfregulatie
Siem, als spin in dit web, stuurt tevens als ZIP-coach aan op talentontwikkeling: “ZIP staat voor Zelfregulatie In de sportPraktijk. Idema en Torenbeek schreven daar een boek over. Het begint met reflecteren: kritisch naar jezelf kijken. Wat gaat goed? Wat wil ik verbeteren? Vervolgens stel je een doel, één focuspunt. Bijvoorbeeld bij een keeper die de onderste arm niet doorstrekt bij het insnijden. Dan komt het plan van aanpak met een doelgerichte oefening. Na minimaal tien herhalingen ga je opnieuw reflecteren om de oefening te evalueren. Als kinderen gewend raken om zo naar hun vorderingen te kijken, schep je een leeromgeving waarin ze leren ontdekken wat hun kwaliteiten zijn en hoe ze die verder kunnen ontwikkelen. De keepers krijgen achteraf beelden te zien van de oefening. Dan is zelfregulatie makkelijker. Zelfvertrouwen en persoonlijkheidsgroei houden door een aansprekende zingeving gelijke tred met hun groei als voetballer.”

“Als je iedere dag 1% beter wordt,
ben je na jaar 37,78% beter geworden.”

Prepareren
Op het bureau van de Almere City-trainer, als F-je van VV Swalmen koos hij voor keepen om de dans van het wisselen te ontspringen, weerkaatsen ingesealde A-viertjes neonlicht. Voor iedere keeper onder zijn hoede één. De PREPkaarten met PREPprgramma’s dienen als hoekstukken in de opleidingsjigsaw. PREP staat voor preparatie: door het prepareren van soepel bewegen en optimale fitheid, kunnen keepers zich tijdens het spel beter richten op spelsituaties. “Vanaf Onder 14 gaan jongens de groei in. Dan ga je investeren in goed leren bewegen. Een Functional Movement Test (FMS MO) staat aan de basis van PREPprogramma’s. Het hele seizoen worden er zeven bewegingspatronen in het krachthonk geoefend. Vier keer per seizoen wordt de fysieke gesteldheid getest. Uitkomsten van FMS-testen monden uit in een persoonlijk PREPprogramma-level.” Logischerwijs heeft de coach die als keeper zweven perfect beheerste, de kaarten zo gemaakt dat de informatie er vanaf springt: “Dagelijkse oefeningen zijn groen. Blauw staat voor extra oefeningen die ze thuis kunnen doen. Rood is voor drie dagen: maandag het bovenlichaam, dinsdag sprongvormen, donderdag core oefeningen. Voor de training halen de keepers hun PREPprogramma op. Betere bewegingspatronen moeten keepers ook mentaal meer kans op succes geven. Ze proberen steeds naar een hoger bewegingsniveau te komen.” Het was even wennen voor de Almere City-jeugd. Inmiddels weten ze niet beter: “Voor iedere keeper staat er een korte quote op het PREPprogramma. Zodat ze zich kunnen toeleggen op één verbeterpunt.” Ook staat er op de kaart dat als je iedere dag 1% beter wordt je na een jaar 37,78% beter bent geworden. “Dat spreekt aan. Er zijn nu keepers die voor de training hun PREPprogramma niet meer ophalen, omdat ze precies weten welke oefeningen ze moeten uitvoeren en wat voor series daarbij horen.”

(FOTOCOMPILATIE MAARTEN OMVLEE)

“Mijn volgende stap is het
perfectioneren van mijn leermethode.”

GK-pijlers
Bijna dertig onderdelen van het keepen zijn ondergebracht in andermaal een kleurrijk en overzichtelijk schema: de GK-pijlers, oftewel Goalkeeper pijlers. De holistische helikopterview bestaat hierbij uit: thuis, school, energie & slaap, voeding & vocht, reizen, materiaal, waarneming, cognitie, cardio vasculair, balans/stabiliteit & mobiliteit & range, power, explosiviteit & snelheid. Factoren als moment, afstand, richting en snelheid komen telkens terug bij het trainen en beoordelen van de uitgesplitste keeperstechniek. “Twaalf Champions League-duels heb ik omgezet naar een videotheek met korte clips. Alle aspecten van keepen worden verduidelijkt door beelden. De uitleg van oefeningen wordt zo eenduidig en werkt stimulerend. Dit maakt het makkelijk om discussies uit te lokken over onder meer de stand van de voeten in verschillende situaties. De keepers moeten leren wat in welke situatie succesvol kan zijn. Dat is de discussie die je met je keepers moet hebben.” Bij Almere City FC krijgen jeugdkeepers gaandeweg hun opleiding een goedgevulde gereedschapskist. Waarmee ze hun eigen waterpas kunnen zijn op weg naar een evenwichtige goalkeeper: “Als je meerdere tools hebt waaruit je kan kiezen, wordt het makkelijker om in een wedstrijd een oplossing toe te passen. Daarom leer ik bijvoorbeeld alle vormen van één tegen één duels aan: klein blokken, groot blokken, aanvallen van de bal. Niet alle jongens kunnen zich zo lang maken en doorglijden als Ter Stegen. Toch wordt zijn blokmethode getraind. Waardoor keepers leren vanuit beperkingen te bepalen wat voor hen de beste optie is. Het kan ook leiden tot een wilskrachtig leerdoel: desondanks de Ter Stegen-methode tot in de puntjes willen inslijpen.” Door de planmatige aanpak

Stip aan de horizon
Het leerplan van Siem Nijssen, dat volgens de bedenker bij lange na nog niet is uitontwikkeld, oogt net zo slim als de Waterval van Escher. Bij beiden kan je de vraag stellen: Wat is het perspectief in de praktijk? “Keepers reflecteren na een half seizoen trainen op deze manier al vanuit zichzelf”, glimlacht de Keepercoach en Coördinator O14-O16 van Almere City FC, die op Fontys Hogeschool van Eindhoven Toegepaste Psychologie studeerde, “zonder dat ik daarom vraag. Ze zijn nieuwsgieriger naar hun grenzen geworden. Dat zie je terug in wedstrijden. Lukt uitkomen bij flankbalen niet, dan blijven ze dat toch proberen. Met als mindset beter willen worden, niet bang zijn om fouten te maken en herhaling van dezelfde fouten proberen te voorkomen. Wat niet werkt, wordt aangepast om de stijl die bij hen te past te ontdekken en te ontwikkelen. Waardoor ze op eigen initiatief hun prestaties analyseren. Daar word ik blij van. Bepaalde technieken vragen om conditionering, maar de vinger op de zere plek durven leggen is zeker zo belangrijk. Ik werk aan identiteit en karakter. Dat wil zeggen: Ben je bestand tegen weerstand?, Wat is jouw stip aan de horizon? Kan je voor die droom een plan maken? Kan je je op dat plan richten en blijven richten? Kan je bij tegenslag terugvallen op dat plan? Laat je je niet gek maken, wanneer iets niet lukt? Mijn houding dat ik graag grenzen verleg, mezelf non-stop analyseer en kwetsbaar opstel, krijg ik van mijn keepers terug.” Normaal gesproken zou de vroegere Van der Sar-bewonderaar wellicht een doorsnee gymleraar zijn op een alledaagse school in Noord-Limburg. Door zijn diepgravende drive, met ontelbare uren zelfstudie, werkt hij nu als zevenentwintigjarige reeds bij z’n derde profclub. Het bereiken van zijn stip blijft Siems ultieme doel: “Ik wil keeperstrainer worden bij de eerste selectie van een profclub. Daar ben ik nog lang niet. Misschien gaat het nooit lukken, want ik heb geen profervaring. Toch heb ik een denkbeeldige ladder waarop ik stappen kan zetten. Die Keep it Cool-strategie houd ik onze talenten, die uiteraard allemaal profkeeper willen worden, ook voor. Mijn volgende stap is het perfectioneren van mijn leermethode. Teneinde een concept te realiseren dat in aangepaste vorm evengoed bruikbaar is bij profkeepers. Johan Cruijff zei ooit ‘Toeval is logisch’. Mocht er door mijn toedoen een keeper doorbreken bij Almere City, wat bij Fortuna bijna lukte met Tom Hendriks, dan komt de horizon spontaan dichterbij. Statistisch gezien is carrière maken in het voetbal 50% geluk en 50% het hebben van een goed plan.”

SIEMBIOSE BIJ ALMERE CITY FC (FOTO MAARTEN OMVLEE)

Naar boven

SALE !