Wanneer Fred Gerritse op 7 juni z’n Adidas Copa Mundials het trainingsveld van Quick opstuurt, heeft geen sterveling door dat deze dinsdag voor hem aanvoelt als een Bevrijdingsdag. Het gras oogt als goud. Hij is in z’n nopjes. Ruim drie jaar is gezondheid een spelbreker. Als de oud NEC-jeugdkeeper, na een zware operatie eind 2019 in het Utrechtse UMC, ook maar in de buurt van een voetbalveld komt, draait zijn maag zich spontaan om. Terugkeren als trainer lijkt een utopie. Mooie klussen bij Afghanistan en NEC worden vanaf een ziekenhuismatras afgezegd. Gesteund door vrouw en kinderen beleeft Gerritse desalniettemin zijn comeback als keeperstrainer. Op Sportpark De Dennen traint hij de eerste weken van juni de huidige- en aankomende selectiekeepers tijdens de nacompetitie. Als opmaat naar een vertrouwd, vast ritme volgend seizoen als keeperstrainer bij Quick1888.
“Ik dacht dat ik nooit meer op een trainingsveld zou staan.”
Lekker rustig
De beleving is na het trainen van keepers bij negen amateurclubs in de regio en de keepers van het nationale team van Afghanistan, na dertig jaar, nog exact hetzelfde. Fred’s stem is echter volledig veranderd: “Vroeger kon ik lekker het veld over bulderen, nu niet meer. Twee jaar geleden kon ik ineens niet meer slikken door een, vanwege achalasie, niet meer functionerende slokdarm met een verhoogd risico op slokdarmkanker. De slokdarm is eruit gehaald en m’n maag verkleind en opgetrokken als vervanging. M’n stembanden hebben zodoende een opdonder gehad. Vandaar m’n hese stem. Die blijft zo. Da’s effe wennen voor de mensen die mij kennen, maar tegelijk lekker rustig als ik bij wedstrijden op de bank zit.” De langdurig nijpende situatie, waarbij Fred Gerritse twee keer kantje boord lag, heeft ook wat kilo’s gekost. Nog vooruitlopend op genieten van z’n eerste grasmatmeters, laat de geboren Nijmegenaar zien dat het ziekenhuisbed z’n vermogen tot relativeren heeft aangescherpt: “Nu oog ik lekker afgetraind. Mooi meegenomen. Maar ik dacht regelmatig dat ik nooit meer in de voetballerij werkzaam zou kunnen zijn, laat staan op een trainingsveld zou staan. Vanuit het UMC ziekenhuis heb ik Afghanistan en NEC laten weten dat ik noodgedwongen moest stoppen. Op een later moment heb ik de gesprekken met NEC, om bij de BVO teammanager te worden van NEC Onder 21, ook af moeten zeggen. Ik was nog niet fit genoeg en twijfelde of ik dit ooit weer zou worden. Met een geweldige medische begeleiding en ongeëvenaarde steun van vrouw en kinderen ben ik zover gekomen, dat op het veld staan weer een reëel doel is geworden. Teammanager is leuk, op het veld staan veel leuker.”
“Aan mij de taak om de inzet en de beleving hoog te houden.”
Belofte
Waarom de selectiekeepers van Quick trainen? Dat is na onder meer SV Bemmel, Juliana’31, Trekvogels, Blauw Wit, Achilles’29 en JVC Cuijk een voor de hand liggende vraag: “Ik had mijn bonuszoon Pepijn Ox beloofd, dat als ik ooit weer iets op voetbalgebied zou gaan doen, dat bij hem zou zijn. En Pepijn speelt bij Quick, vandaar.” Niettemin is dat niet de enige gedachte bij de sport- en ambulante begeleider van de Workmate Company om naar De Dennen te komen: “Ik ken de nieuwe trainer, Bram Remkens, van mijn periode bij Juliana’31. Ongeveer vijfentwintig jaar geleden was ik in Malden trainer van de A1. Bram sloot in die tijd bij mij aan als assistent. Hij had toen al de drive om trainer te worden. Niet dat we daar nog veel van weten, maar Bram en ik hadden en hebben dezelfde voetbalbeleving. Die klik was er hier nu als vanouds meteen weer. Dan kan je ergens voor gaan met mekaar. En Quick is een club met geschiedenis en goede randvoorwaarden.”

KEEPERS INSPIREREN EN BETER MAKEN DOOR DE DIALOOG AAN TE GAAN. (FOTO KLASSEKEEPERS)
Zelfvertrouwen
Bram Remkens betrekt Fred Gerritse in de aanloop naar het nieuwe speeljaar bij het beoordelen van keepers die zich bij Quick aanmelden. De selectiekeepers van Quick kunnen in 2022-2023 rekenen op passie en commitment: “Ik ga de keepers op donderdagavond trainen. Aan mij de taak om de beleving en inzet hoog te houden. Ze mogen één keer in het hele seizoen een baalavond aanvragen. De overige avonden moeten ze er zijn en er honderd procent voor gaan.” De vroegere sluitpost van de NEC BVO (1982-1984), NEC-amateurs (1984-1985), Nijmeegse Boys (1987-1988), Trekvogels (1989-1992) en Blauw Wit (1993-1996), is ondanks duidelijke eisen geenszins een slavendrijver: “Ik zoek naar een band met mijn keepers. Leg uit waarom ik bepaalde oefeningen doe, heb de wijsheid niet in pacht. Anders had ik wel op De Toekomst gestaan bij m’n favoriete club. Je bent tegenwoordig meer People manager dan trainer. Dus stimuleer ik dat de keepers assertief zijn, voor zichzelf opkomen, vragen stellen, doorhebben dat ze altijd bij mij terecht kunnen. Samen werken aan het zelfvertrouwen doe je niet alleen maar door te duiken. Aan een keeper die met zelfvertrouwen onder de lat staat, heb je wat.”
Relativeren
Andermaal steekt relativeren de kop op: “Maak keepen niet dramatisch. De wereld vergaat niet als je onder een bal doorgaat. Gewoon focussen op de volgende bal en blijven komen. Op m’n zevenentwintigste heb ik pas leren relativeren als keeper. Na de afgelopen drie jaar nog meer. Ik zat wel in de jeugdopleiding van NEC, maar was geen hoogvlieger. Hoge ballen was niet mijn ding. Toen ik er luchtiger in kwam te staan, ging het stukken beter. Keepers zijn eenlingen. Ze worden makkelijk fel bekritiseerd. In één wedstrijd kan je van held een schlemiel worden of omgekeerd. Dan ben ik er om prestaties in het juiste perspectief te plaatsen. Kijk naar Courtois. Die werd afgeschilderd als een matige keeper, maar pakt wel voor Real Madrid de Champions League, omdat hij z’n zelfvertrouwen vasthield. Of Onana die door één fout Ajax uit datzelfde toernooi keepte.” Komend seizoen zit er dus een hartstochtelijk, hese stem op de bank van Quick: “Dat heb ik bij alle clubs gedaan. Teamtrainers kijken anders naar keepers. Hoe kan ik anders de keepers van Quick echt beter maken?”

NIET ALLEEN MAAR DUIKEN TIJDENS DE KEEPERSTRAINING. (FOTO KLASSEKEEPERS)
